Posted on Apr 6, 2014

Verdwenen van papier. Maar alleen online, nee, dat was voor het legendarische tijdschrift Newsweek geen leven. Dus komt het terug tussen twee nietjes. Als ‘boetiekproduct’ voor de online gebruiker en als ‘verzamelobject voor printfetisjisten’. Een nieuw businessconcept voor weekbladen?

Reportages en achtergrondartikelen. Hij kon ze nauwelijks nog vinden in kranten en weekendbijlagen. Richard Addis, oud-redacteur van Daily Express, ploegde door 800 pagina’s weekendkranten, vertelde hij in The Independent, en vond uiteindelijk in dat moeras van drukinkt drie verhalen die het predicaat achtergrondverhaal konden dragen.

Bij kranten en tijdschriften hoor je het te makkelijk. Mensen willen geen long reads zoals achtergrondreportages tegenwoordig heten. Voor nieuwsconsumenten is nieuws verworden tot een gratis commodity. Koppensnellen op een nieuws-app.

Je zou toch denken dat die ADHD-informatiehonger wel een beetje over is. Al die vooringestudeerde oneliners, chocoladeletterkoppen, vage roddels en alweer breaking news-conclusies: ze doen bij steeds meer mensen verlangen naar stilstand. Naar verhalen met verdieping. Non-fictie gedoopt in een journalistieke In Cold Blood-pen.

Kijk naar de groeiende populariteit van non-fictie. Of het nou gaat over ‘De Boerenoorlog’ van Martin Bossenbroek en ‘Ventoux’ van Isa Hoes tot al die boeken van en over voetballers. Ook goed scoort fictie over kickboksers, onopgeloste W.O. II-raadsels in Rhoon of verwerkingsromans van BN’ers.

Dus wat leesluiheid. Mensen hebben juist behoefte aan verdieping. Willen graag wegdromen in fictie, maar ook leren en ervaren van non-fictie.

Kranten en tijdschriftenuitgevers verschuilen zich achter internet en crisis om het tegendeel te bewijzen. En iets anders: de kwaliteit van hun blaadjes is hemeltergend. Features, achtergrondartikelen, onderzoeksjournalistiek en andere lange verhalen van correspondenten ter plekke, het kost geld. Senior journalisten zijn te duur en moeten de deur uit, terwijl de pennen van hun jonge opvolgers blijven steken op Libelle-niveau.

Naar de inhoud kijken veel uitgevers niet. Wel naar winstgeoriënteerde aandeelhouders. Bij Elsevier hebben ze de laatste 10 jaar enkel gesaneerd. Bij TMG, Sanoma en NRC Media waren de ogen vooral gericht op de kwartaalcijfers.

Teun Gautier, voormalige directeur/uitgever van De Groene Amsterdammer, zei het eind maart mooi in Adformatie: ‘Stel nou eens dat ze bij de NRC zouden zeggen: we willen eigenlijk geen aandeelhouders, maar wel de beste krant van Noord-West Europa maken. Hoe doen we dat? Maar die vraag wordt niet gesteld. Die denkwijze wordt niet aangegaan.’

Het gaat uitgevers om geld verdienen. Correspondenten en ervaren redacteuren kosten geld. Nou, schuif dan tegelijk ook maar de redactie de deur uit.

Kies voor een duidelijke propositie zoals LINDA heeft gedaan. Adverteerders prima, maar die krijgen vooral een plek in Lindalab waar lezeressen uitgebreid hun smeersels, lekkers en huishoudelijke producten, en zeker, zelfs auto’s mogen testen.

Misschien heeft Addis een antwoord. Hij is de eerste redacteur van de Europese editie van Newsweek, ja, het even aloude als iconische Newsweek. Dat tijdschrift is terug, tussen twee nietjes.

Op 31 december 2012 ging het ‘begrafenisnummer’ ter perse. Op de cover een zwart-wit foto van midtown Manhattan met centraal de wolkenkrabber waarin jarenlang de redactie huisde met eronder #lastprintissue. Om te verduidelijken waaraan het weekblad ten onder was gegaan. Aan de real-time snelheid van Twitter en andere sociale media, de nieuwe brengers van de actualiteit waar het papieren nieuws minimaal een dag achteraan liep.

Resultaat ook bij Newsweek: dalende oplagecijfers, dito advertentie-inkomsten. Einde oefening, definitief deze keer. Was de gedachte. Immers, in 2010 was het bekende tijdschrift al eens voor 1 dollar verkocht door eigenaar Washington Post aan zakenman Sidney Harman die het samenvoegde met zijn webmagazine The Daily Beast. Om het in 2013 weer door te verkopen aan het Amerikaanse IBT Media.

Maar IBT laat Newsweek dus uit zijn papieren graf herrijzen. Met een nieuwe uitgever. En met op de cover het nieuws dat het tijdschrift de uitvinder van omstreden internetmunt Bitcoin had ontmaskerd. Een man waar de wereldpers al maanden op joeg.

Bij IBT zeggen ze dat niet langer adverteerders nodig hebben om Newsweek te laten drukken. Het kan voor 90% worden gefinancierd uit abonnementen. Hoofdredacteur Jim Impoco noemt reclame ‘slechts de kers op de taart’.

Even bladeren door de 68 pagina’s van de Amerikaanse editie, met advertenties van onder meer Mazda, Singapore Airlines en Oakland University. Niet gedrukt in de oplage van 3,3 miljoen, in de hoogtijdagen van print, zelfs niet in een druk van 1,5 miljoen van 2012. 70.000 stuks slechts. Prijs in Engeland: 5 pond.

Het tijdschrift is volgens IBT-ceo Etienne Uzac een ‘boetiekproduct’ voor de meer lucratieve premium gebruiker. Hij omschrijft het tijdschrift als 1933 als een verzamelobject voor printfetisjisten, en een marketingtool voor de website, en nee, dat bedoelde hij niet cynisch. Het iconische tijdschrift reflecteert niet op de actualiteit noch kijkt het terug op de week. Newsweek bepaalt zelf de agenda.

Het wil verhalen publiceren die zo opmerkelijk zijn dat ze vanzelf voor mond-tot-mond zullen zorgen, aldus Addis. Beter dan alles te willen coveren. Dat klinkt als een heldere positionering. En als kwaliteit dus boven kwantiteit. Tezamen dient dat vanzelf high-end adverteerders brengen. Lezers, die krijgen de digitale versie er vanzelf bij.

Niettemin stelden ze evenzo bij Newsweek eerst de vraag. Kunnen journalisten nog wel lange verhalen schrijven? Verwend als ze zijn door de quick wins van blogposts en andere instant opiniestukjes, de verzamelwoedelijstjes van Buzzfeed en smakelijke videoreportages van Vice News.

Hoor en wederhoor, feiten dubbel checken: binnen veel kranten wordt dat ontmoedigd, want ja, te duur. Veel journalisten zijn er dan ook met de meest primaire journalistieke beginselen niet opgevoed.

Addis is desondanks hoopvol begonnen met zoeken naar jong journalistiek talent, van waar dan ook ter wereld voor het schrijven van lange verhalen van 3000 woorden. 50 pence per woord.

Non-fictie auteurs zijn ook van harte welkom. Vandaar zijn hengeltjes naar uitgevers. Het is immers een leuk idee dat je een reportage van 3000 woorden misschien kan doorvertalen naar een digitaal boek van 10.000 woorden. Dat is past echt een long read.

Een magazine als boetiekproduct. Eerder schreef ik als eens dat papier zou uitgroeien tot het nieuwe sjiek. Zou het dan toch waar zijn.